Op 9 februari jl. hebben deputaten vertegenwoordiging en de commissie die het aangekondigde convent voorbereidt een brief naar alle kerkenraden gestuurd. Deputaten en commissie schrijven over de ernstige situatie waarin ons kerkverband verkeert. Kerkenraden worden de komende weken geroepen om zich intern te bezinnen op de eigen positie. Ook is gevraagd om de visie op de verschillende denkrichtingen die zijn voorgelegd via een korte enquête te delen met de stuurgroep, zodat de opbrengst daarvan op het convent nader verwerkt kan worden en aan de komende generale synode worden aangeboden.

De situatie is na jaren van spanning en verdieping van de impasse nu zo urgent dat in de brief uitgesproken wordt: ‘de christelijke gereformeerde kerken zijn hard op weg om als kerkverband uiteen te vallen’. Dat blijkt ook uit de vier ingrijpende denkrichtingen die worden voorgelegd. Drie daarvan betreffen in de praktijk een gehele of gedeeltelijke ontmanteling van het kerkverband. Het is uw roeping om geestelijk leiding te geven aan de gemeente waarin de Heere u heeft geplaatst als ambtsdragers. Dat vraagt om een grondige bezinning op de brief van deputaten en de commissie. De consequenties van elk van de opties zullen in de beraadslagingen van de kerkenraad een belangrijke rol spelen. Om u bij deze bezinning van dienst te zijn, geven we hieronder onze weging van de brief van deputaten en de commissie en doen we u een handreiking om tot een goede beoordeling van de verschillende denklijnen te komen.

Uit de schets van de vragen rond Schriftgezag, kerk-zijn en geestelijke herkenning is door deputaten en de commissie uiteengezet dat de kerken niet slechts op een organisatorisch kruispunt staan, maar dat de kern van het kerk-zijn in het geding is. De kerk is immers te herkennen aan het Woord en het zich richten naar dat Woord (NGB art. 29). Dat betreft zowel de omgang met het Woord ‘om ons geloof daarnaar te reguleren, daarop te gronden, en daarmee te bevestigen’ (NGB art. 5) als de praktijk van de prediking van het Woord in de eredienst. In aanvulling op de brief van 9 februari jl. merken wij op dat het thema ‘vrouw en ambt’ slechts één van de vele signalen is waardoor een veranderde omgang met de Schrift aan het licht komt. In de verschillende denkrichtingen draait het om de vraag of de kerken – in lijn met de Reformatie en de Afscheiding – blijven staan op de gronden der vaderen, namelijk op het fundament van Schrift en belijdenis. Het alternatief is dat de kerken in een weg van gedogen een plurale kerk worden waarin voor allerlei tegenstrijdige opvattingen uiteindelijk evenveel ruimte is. In dit verband brengen we de ‘Verklaring van gevoelen’ onder uw aandacht. Deze verklaring over het Schriftgezag is in juni 2021 aan de kerken aangeboden door dr. A. Baars, dr. C.P. de Boer, ds. A.A. Egas en ds. J.M.J. Kieviet (www.cgberaad.nl/verklaring-van-gevoelen). In het verlengde van deze verklaring reiken we u per denkrichting een aantal overwegingen aan. We doen dit met het gebed én het verlangen dat de Koning van de kerk ons wil bewaren bij Zijn Woord.

Denkrichtingen

A.         Kerkstelsel handhaven

Wanneer wij trouw willen blijven aan de Schrift, de daarop gegronde belijdenis en de daaruit voortvloeiende kerkorde is blijven op deze weg, die nu al geldt, principieel de enig juiste keuze. Deze vorm van kerkregering ligt immers het dichtste bij de gegevens uit de Schrift, zoals bijvoorbeeld in het rapport ‘kerk-zijn’ uiteengezet is. Hieruit volgt dat de oplossing niet gezocht kan worden in het toestaan of gedogen van wat door de kerken altijd is afgewezen op grond van de Schrift.[1] Er zal dus daadwerkelijke terugkeer nodig zijn: alle gemeenten voegen zich weer van harte naar de Schriftuurlijke lijn van de besluiten.[2] Wanneer gemeenten zich niet willen voegen naar de geldende besluiten is het onontkoombaar dat deze gemeenten de consequenties trekken van de keuzes die ze plaatselijk maken. Deze kerken hebben als zodanig hun positie in het kerkverband onmogelijk gemaakt. Het gevolg zal zijn dat ze hun plaats in het kerkverband verliezen. Gezien de huidige onhoudbare situatie zal deze oplossingsrichting met spoed gewezen en gegaan moeten worden.

Let wel, in trouw aan Schrift, belijdenis en kerkorde, kan deze denkrichting in geweten alleen gesteund worden wanneer de oplossing in bovenstaande zin wordt vormgegeven. Bij een keuze voor deze denkrichting is het dan ook van belang om dit in de toelichting op het digitale formulier te vermelden.

B.         Kerkstelsel aanpassen

Bij deze ingrijpende denkrichting zijn er vele vormen en varianten denkbaar die toch op hetzelfde neerkomen: we laten elkaar vrij op punten die altijd principieel zijn geweest.[3] Besluiten die met een beroep op de Schrift genomen zijn – zoals ten aanzien van de vrouw in het ambt en homoseksuele relaties – zijn dan niet meer geldig voor het geheel van de kerken. Sterker nog: het omgekeerde wordt dan een geldige mogelijkheid, die u binnen het kerkverband moet aanvaarden. De onkerkordelijke wegen door plaatselijke kerken die het geheel van de kerken in grote nood hebben gebracht worden hiermee feitelijk gelegitimeerd. Kerken zijn niet meer aanspreekbaar op afwijkingen in leer en leven. In de praktijk vervalt daarmee ook het appelrecht over alles waarover geen volledige eenstemmigheid meer bestaat. Daardoor vervalt de binding aan Schrift en belijdenis en wordt het kerkelijk samenleven vrijblijvend. Dit is een breuk met het gereformeerde kerk-zijn dat is hooggehouden op de Nationale Synode van 1618-1619 te Dordrecht en in de Afscheiding in 1834. Deze denkrichting strijdt met wat we als kerken van de Reformatie belijden over de kerk en is daarom geen begaanbare weg.

C.         Gezamenlijk aansluiten bij een ander kerkverband

Gezien de huidige spanningen binnen het kerkverband verwachten wij niet dat er eenheid bestaat over het antwoord op de vraag bij welk kerkverband de Christelijke Gereformeerde Kerken zich moeten aansluiten. Concreet zal dit een keuze zijn tussen het collectief aansluiten bij de Nederlandse Gereformeerde Kerken, de Protestantse Kerk in Nederland of de Hersteld Hervormde Kerk. Tegen elk van deze kerkverbanden leven onoverkomelijke bezwaren in verschillende delen van de Christelijke Gereformeerde Kerken. Deze denkrichting zal hooguit bij een deel van de kerken bijval vinden en daarom leiden tot een ongecontroleerd uiteenvallen van het kerkverband. Daarmee biedt deze denkrichting geen reële uitweg uit de impasse.

D.        Kerkverband ontvlechten

Wanneer de kerken niet langer in gezamenlijkheid in het klassiek-gereformeerde spoor kunnen of willen gaan, doordat kerkenraden volharden in afwijking daarvan, is deze denkrichting onontkoombaar. Zolang het wonder van wederkeer uitblijft, staan de kerken ongewild voor de keuze ‘buigen of barsten’. Dan is deze denkrichting een beschamende verlegenheidsoplossing die verdere verlamming en kwaad voorkomt. Liever verslagen maar wel ordelijk uit elkaar, om zoveel mogelijk voor plaatselijke scheuringen bewaard te blijven, dan blind op een onoverzienbare schade te blijven aankoersen. We kunnen het niet anders dan onze schuld voor de Heere belijden, dat het ons niet gelukt is om gezamenlijk binnen het ene ons gegeven verband van kerken verbonden te blijven.

Hierbij is van belang dat we in gezamenlijkheid zorgvuldig datgene afbouwen en overdragen waarvoor we als kerken tot nu toe samen verantwoordelijkheid dragen. Een voortijdig vertrek van plaatselijke gemeenten uit het kerkverband maakt een ordelijke ontvlechting onmogelijk. Het vormen van een federatie als tussenstap in het proces van ontvlechting zoals deputaten en de commissie suggereren, zien we als een raadzame optie om zo de druk van de huidige spanningen tijdelijk weg te nemen. Van belang is dat kerken die klassiek christelijk-gereformeerd willen blijven elkaar opzoeken en vasthouden.

Afweging

Een afweging van deze denkrichtingen is niet eenvoudig. Wanneer wij in de klassieke lijn van de Christelijke Gereformeerde Kerken willen blijven gaan, vallen denkrichtingen ‘B. Kerkstelsel aanpassen’ en ‘C. Gezamenlijk aansluiten bij een ander kerkverband’ af omdat deze in geweten niet gedragen kunnen worden. Richting ‘A. Kerkstelsel handhaven’ heeft zondermeer principieel de voorkeur, maar de vraag is wel of dat in gezamenlijkheid nu nog een begaanbare weg is. Is dan niet de eerlijke en wellicht begaanbare weg om de kerken te ontvlechten en te hergroeperen? We kunnen ons deze verlegenheid voorstellen en verwachten dat kerkenraden die eenzelfde bedoeling hebben – namelijk klassiek christelijk-gereformeerd blijven – een verschillende keuze zullen maken; namelijk of ‘A. Kerkstelsel handhaven’ of ‘D. Kerkverband ontvlechten’.

Alles afwegende is onze overtuiging dat denkrichting ‘A. Kerkstelsel handhaven’ principieel de enig juiste optie is. Denkrichting ‘D. Kerkverband ontvlechten’ is naar onze gedachte de optie die niet onze voorkeur heeft, maar is wel te dragen.

Het is denkbaar om vanuit hetzelfde uitgangspunt – namelijk klassiek christelijk-gereformeerd blijven – te kiezen voor optie ‘D. Kerkverband ontvlechten’ als meest begaanbare weg uit de huidige impasse. Dit omdat bijvoorbeeld de situatie in de classis waaronder uw gemeente ressorteert zodanig is vastgelopen dat naar uw overtuiging denkrichting ‘A. Kerkstelsel handhaven’ geen realistische optie meer is om uit de impasse te komen.

Het is van belang om de overwegingen die leiden tot de keuze van uw raad toe te lichten in het formulier. Bij de keuze voor ‘A. Kerkstelsel handhaven’ is de vermelding denkbaar dat dit alleen kan ‘als de kerken als geheel blijven bij de bestaande Schriftuurlijke besluiten en die handhaven voor alle kerken; waarbij er geen ruimte is voor kerken die dat niet doen’. Als u na de kerkenraadsbezinning tot de keuze komt voor ‘D. Kerkverband ontvlechten’ is deze toelichting denkbaar: ‘om zo klassiek christelijk-gereformeerd te blijven, maar dan, als het niet anders kan, buiten het huidige kerkverband’. Met deze informatie zal de peiling duidelijker en completer zijn.

Op weg naar het convent

Nu in deze uitzonderlijke situatie een convent bijeen geroepen is om de gevoelens in de kerken te peilen, is de bezinningstijd van groot belang voor kerkenraden en gemeenten. Van iedere kerkenraad wordt een positiebepaling gevraagd. We hebben u met deze brief willen dienen en zullen de komende tijd op de website uitgebreidere informatie plaatsen. Wanneer we u als kerkenraad en gemeente nog nader van dienst kunnen zijn, kunt u contact met ons opnemen.

Laat er vooral in de kerkenraden een voortdurend ootmoedig gebed om wijsheid zijn, opdat we bewaard worden voor een weg waarop de goedkeuring van de Heere niet zou rusten. Laat het tevens een gebed zijn dat Hij het wonder van een terugkeer naar de beginselen van de Christelijke Gereformeerde Kerken geeft.

Na het convent?

Laten we niet te ver vooruitkijken, maar ons nu richten op de inhoudelijke voorbereiding van het convent. De weging van de uitkomst van het convent is voor later, evenals de vraag wat dan nodig is om te doen. Van belang blijft om deze zaken zorgvuldig te overwegen en daarbij contact te blijven houden met andere kerkenraden die ook klassiek christelijk-gereformeerd willen blijven. We geven u in overweging om, als dat uw uitgangspunt is, uit te spreken op deze grondslag van Schrift, belijdenis en kerkorde te willen voortgaan en andere kerken die op dezelfde grondslag staan op te zoeken, bij te staan en elkaar vast te houden.

We bidden u de verlichting en leiding van Gods Geest toe in uw bezinning en besluitvorming.


[1] ‘Gemeenten die besluiten en uitspraken van meerdere vergaderingen naast zich neerleggen (met welke achtergrond en verklaring ook, hoezeer daartoe gedrongen door de situatie waarin zij zich bevinden) en tegelijk stellen dat ze van harte onderdeel willen blijven uitmaken van de CGK spreken iets onmogelijks uit. De wijze waarop wij samen kerk zijn, veronderstelt en vraagt dat we de gezamenlijkheid niet loslaten. Toch een eigen koers varen als plaatselijke kerk kan niet anders gezien worden dan als het op­zeggen van het vertrouwen in de wijze waarop we als kerken gezamenlijk de wil van de Heere zoeken. Er is geen goede weg uit de impasse als kerken die zich distantiëren van kerkelijke besluiten dit blijven doen. Omdat in het varen van een eigen koers het vertrouwen in het verband van kerken opgezegd wordt, en omdat het strijdig is met de belofte zich te voegen naar besluiten van meer­dere vergaderingen (wat eigen is aan ons kerk-zijn), is het onontkoombaar om te spreken over zonde en de noodzaak van vermaning en bekering.’ (Zoekt eerst het Koninkrijk van God, 78-79).

[2] ‘De oplossing ligt voor de hand: alle gemeenten voegen zich (van harte, vanuit onderling vertrouwen en verlangen eenheid gestalte te geven) naar de praktijk zoals de CGK die hebben vastgesteld, zowel samenwerkingsgemeenten als CGK’s die niet samenwerken of een samenwerkingsgemeente zijn.’ (Zoekt eerst het Koninkrijk van God, 77).

[3] ‘Een oplossing waarbij we elkaar meer en meer loslaten op punten die naar overtuiging van de kerken (we spreken niet over ‘een meerderheid’ en ‘de synode’ als we kerkelijk denken) principieel liggen, is niet anders dan het aanvaarden van geestelijke verwijdering van elkaar, het ontkennen van het probleem, en het relativeren van de gezamenlijke belijdenis waarop wij staan.’ (Zoekt eerst het koninkrijk van God, 79-80).

Meer artikelen